Other

Is het Ik wilde of wou?

Is het Ik wilde of wou?

Voor het enkelvoud zijn wilde en wou allebei correcte verledentijdsvormen. Voor het meervoud is wilden de correcte verledentijdsvorm. In de spreektaal wordt voor het meervoud weleens wouden of wouen gebruikt, maar in verzorgd taalgebruik kunt u die vormen beter vermijden.

Kan wou?

Overigens kan er een licht betekenisverschil worden uitgedrukt door wou(den) of wilde(n) te gebruiken….Het enkelvoud wou.

tegenwoordige tijd verleden tijd
u wilt / u wil* u wilde / u wou*
hij wil hij wilde / hij wou*
wij willen wij wilden / wij wouden*
jullie willen jullie wilden / jullie wouden*

Zou willen verleden tijd?

willen/vervoeging

vervoeging van het Nederlandse werkwoord willen
tegenwoordige tijd verleden tijd
jij, je wil, wilt wilde, wou
u wil, wilt wilde, wou
gij, ge wilt wilde(t), woudt

Is willen een sterk werkwoord?

Naast de sterke en zwakke werkwoorden is er nog een kleine groep onregelmatige werkwoorden: hebben, kunnen, mogen, willen, zijn en zullen.

Is wouden fout?

‘Wouden’ is namelijk niet fout. Het Witte Boekje keurt het namelijk gewoon goed. Het Groene Boekje noemt ‘wouden’ spreektaal, maar keurt het ook niet af.

Wat is het voltooid deelwoord van willen?

Willen: wilde / wou, wilden / wou(d)en.

Wat is wou?

wou werkw. Uitspraak: [wɑu] verleden tijd van willen informeel Voorbeeld: “hij wou` is spreektaal. `hij wilde` is schrijftaal.

Zou willen of zal willen?

Het werkwoord willen is een onregelmatig werkwoord. De meeste werkwoorden krijgen in de tegenwoordige tijd voor de derde persoon enkelvoud een t aan het eind zoals bijvoorbeeld bij “hij loopt”. De vorm voor de derde persoon enkelvoud is bij willen, kunnen, zullen en mogen gelijk aan die voor de eerste persoon.

Zou willen vervoegen?

Vervoeging: ik wil, je wilt / wil, u wilt / wil, hij wil, wij willen. ik wilde / wou, wij wilden. ik heb gewild.

Kunnen willen mogen Zullen?

De modale werkwoorden zijn de werkwoorden: kunnen, mogen, moeten, willen, zullen (en hoeven). In een Nederlandse zin staat het modale hulpwerkwoord vooraan in de zin en het hele werkwoord (=infinitief) waar het bij hoort, helemaal achteraan. Modale hulpwerkwoorden geven een speciale betekenis aan de zin.

Kunnen vervoegen?

kunnen/vervoeging

vervoeging van het werkwoord kunnen
tegenwoordige tijd toekomende tijd
ik kan zal kunnen
jij, je kunt, kan zal, zult kunnen
u kunt, kan zal, zult kunnen

Wat wouden?

Wouden kan verwijzen naar: het meervoud van woud; zie Bos (vegetatie) Friese Wouden, een gebied in de provincie Friesland. Woudendepartement, een departement in de Franse tijd, met als hoofdplaats Luxemburg.